Overslaan en naar de inhoud gaan
Scholeksters zoeken toevlucht op industrieterreinen

Scholeksters zoeken toevlucht op industrieterreinen

Op de industriegebieden rondom Terneuzen komen jaarlijks een 40 tot 50 koppeltjes scholeksters broeden. Hoewel het aantal van deze broedende steltlopers de voorbije twintig jaar halveerde, toont de scholekster zich behoorlijk innovatief. Zo heeft de vogel steden en industriezones tot nieuwe broedlocatie gemaakt. 2B Connect helpt de diertjes daarbij door grindvlakjes aan te leggen op bedrijfsdaken en plas-drasplekken aan oeverhoeken. Hier kan de scholekster dan naar hartenlust voedsel zoeken.   

Een deel van de scholeksters die in Terneuzen broeden, krijgen kleurringen waarmee we hun doen en laten monitoren (een actie die kadert in Scholeksteronderzoek Sovon). Wat blijkt? Deze vogels broeden niet enkel op grinddaken, maar ook op de grond.

Verder is de scholekster de enige steltloper die zijn jongen voedt: de ouders vliegen doorgaans heen en weer tussen het dak en omliggende grasvelden, op zoek naar emelten en wormpjes. Van zodra de jongen kunnen vliegen, trekken ze naar de Westerschelde.

Op basis van de gekende broedresultaten en overlevingsgraad neemt 2B Connect maatregelen om de toekomst van de scholekster te verzekeren. Want de droge lente en zomer van 2017 bleken helaas niet gunstig voor de scholekster. Waar er andere jaren drie à vier jongen bij de ouders liepen, merken we dit jaar doorgaans slechts één of geen jong op. Via de aanleg van broedlocaties hoopt 2B Connect aankomende winter dan ook jonge scholeksters te spotten langs de Westerschelde .

Foto: © Alex Wieland